Brandveiligheid doet er toe
De herziening en actualisatie van de Belgische basisnormen voor de brandveiligheid is volop aan hernieuwing toe. Zo zijn er onder meer de eisen gesteld aan gevels voor hoge en middelhoge gebouwen. Niet enkel de invoering van de EU-normen, maar ook enkele ontwerp- en uitvoeringsaspecten voor de bouw van gevels worden voorgesteld en besproken.
Zo wenst de overheid verstrengde en actuelere eisen te definiëren met betrekking tot secundaire draagstructuren, geveltesten, de definitie van hoogbouw en regelgeving voor nieuwe gebouwen. Inderdaad zijn de laatste 25 jaar het stedelijk weefsel en de architectuur sterk gewijzigd. Tezamen met de diverse branden in zowel ons eigen als de ons omringende landen, de verstrengde energie-prestatie-eisen aan de gebouwschil en de stedenbouwkundige evoluties, is nu éénmaal een grondige herziening vereist.
We zijn daarom verheugd om te horen dat de Federale Hoge Raad voor bescherming tegen brand en explosie overeenstemming heeft bereikt, onder meer over het voorstel tot wijziging van de bouwregelgeving (KB) voor nieuwe gebouwen boven de 10 m voor middelhoge en 25 meter voor hoge gebouwen. (Referentie: 1762 N R3 Hoge Raad 179, bijlage 2.2 Gevels – Ontwerp tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994) Dit voorstel is ingediend bij de minister van Binnenlandse Zaken en zal in overweging worden genomen zodra een permanente regering is ingesteld.
Uitdagingen in het huidige voorstel
Het huidige voorstel omvat verschillende initiatieven die een positief effect zullen hebben. De volgende drie elementen zijn cruciaal om één en ander in de praktijk om te zetten.
- Gebruik van de Euroklasse voor de beoordeling van de brandreactie van materialen
- Grootschalige geveltesten
- Renovatie van de buitenschil
- GEBRUIK VAN DE EUROKLASSE
De Europese Brandreactieclassificatie voor materialen, voorziet in diverse testen, gaande van onbrandbaarheid tot testen om de branduitbreiding, het smelten en de rookontwikkeling te beoordelen. Voor weinig tot gevoelig smeltbare materialen is er de SBI-methode (single burning item test, EN 13823). Deze methode is kleinschalig en aldus danig niet direct geschikt om uitslaande of volontwikkelde branden te beoordelen. Ze beperkt zich tot het beoordelen van het brandgedrag in de eerste minuten bij het begin van een brand. Verder werd deze test ontwikkeld om bouwproducten en/of -materialen, maar geen gebouwelement te beoordelen. Vertrouwen op de Euroklasse “in zijn toepassing” als hoofdroute voor het beoordelen van een gevelsysteem is dus twijfelachtig. Inderdaad zijn nu reeds alle bouwproducten op de Europese markt verplicht éénduidig hun brandreactie te declareren als onderdeel van de CE-conformiteit met een, door de EU erkende, EN-productnorm. Een brandreactie in ‘end use’ condities kan inderdaad heel anders zijn dan deze van de onderdelen zelf, wat tot verwarring kan leiden. Ook geldt deze ‘end use’ klasse enkel maar in die specifiek gedefinieerde (en geteste) opbouw. Indien een aannemer ook maar de minste verandering aan deze opbouw doet, is de brandklasse niet langer geldig. Voor aannemers is het vaak moeilijk de juiste informatie te vinden of de informatie is onvoldoende, zoals toegelicht in het WTCB-rapport van september 2017:
“Het principe dat stelt dat de brandreactie-eis betrekking heeft op de gevelbekleding en eventueel ook op de materiaallagen die gelegen zijn achter de gevelbekleding, wordt in vele gevallen niet goed begrepen door de bouwprofessionelen. Voor de aannemer is het vaak moeilijk om de voor hem noodzakelijke informatie te vinden (technische fiches van de fabrikanten, begeleidende informatie bij de CE-markering, Europese Technische Goedkeuringsleidraden …). En wanneer deze informatie al beschikbaar is, zijn de gegevens doorgaans niet gedetailleerd genoeg om een correcte keuze te kunnen maken”.
Wij stellen voor om van de belangrijkste materialen in de gevel de Euroklasse te specificeren.
- GROOTSCHALIGE TESTEN
In het huidige voorstel mogen brandbare materialen bij hoge gebouw worden toegepast, indien het gevelsysteem voldoet aan een grootschalige test zoals BS8414- of LEPIR II-test.
Momenteel wordt er op Europees vlak druk gewerkt om dan toch over de grenzen heen een geharmoniseerde aanpak tot stand te brengen, zowel op het vlak van de testmethode als de beoordeling en de classificatie van de gevelsystemen. Inderdaad wordt er al te vaak vastgesteld dat op basis van een grootschalige test, brandbare materialen erin slagen een gunstig resultaat te bekomen, die dan toch blijkens te falen in de realiteit.
Zo overwegen zowel de Britse als de Franse regelgevers het verbod op te leggen op het gebruik van brandbare materialen in hoogbouwgevelsystemen, zodat het voor deze materialen niet meer mogelijk is om via BS 8414 of de LEPIR II-test te gebruiken als route voor conformiteit voor hoogbouw.
Wij zijn van mening dat de Europese Unie één enkele hoogwaardige testmethode nodig heeft die de reële veiligheidsrisico’s van façades weerspiegelt en dat voor het algemeen belang alle lidstaten moeten proberen hierover overeenstemming te bereiken.
Om de onbrandbaarheid van de gevel aan te tonen moeten de substantiële delen en/of componenten zoals isolatie en gevelelementen minimaal brandreactie A1 of A2 zijn. Indien secundaire lagen (regenschermen, luchtschermen e.d.) en bevestigingstechnieken niet onbrandbaar zijn, moet conformiteit met een grootschalige test worden aangetoond en door ISIB worden erkend.
- RENOVATIE
Gebouwen die worden gerenoveerd, moeten voldoen aan de brandveiligheidseisen die golden toen het gebouw werd gebouwd. Verschillende rampzalige branden in Europa hebben de noodzaak van adequate brandregelgeving voor gebouwen die worden gerenoveerd aangetoond. De brandrampen in bijvoorbeeld Roubaix, Dijon en Grenfell zijn voorbeelden van pas gerenoveerde gebouwen, waar de brandveiligheid werd aangetast door het aangebrachte gevelsysteem.
We stellen voor om de brandregelgeving voor nieuwbouwgevelsystemen ook te laten gelden voor gebouwen die worden gerenoveerd.
OVERIGE AANBEVELINGEN
- KANS OM TE LEREN VAN ANDERE EUROPESE LANDEN
Op basis van de discussie in de subwerkgroep wordt geconcludeerd dat we nog nooit een dramatisch probleem hebben gehad met de secundaire draagstructuur. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Wij moeten leren van incidenten in andere landen, en niet wachten op een ramp op ons grondgebied alvorens strengere normen op te leggen. De Britse regering heeft nieuwe wetgeving aangenomen om de brandveiligheid van hoge gebouwen met een woonfunctie te verstrengen. De verordening van november 2018 verbiedt de toepassing van brandbare bekleding en isolatie in hoogbouw appartementen, ziekenhuizen, woonzorgcentra en studentenwoningen van meer dan 18 meter hoog.[1]
- INTEGRALE BENADERING IN LIJN MET DE EBPD 2018
De focus op renovatie is nu nog belangrijker omdat we op zoek zijn naar manieren om energie-efficiënter te worden om zo de effecten van klimaatverandering tegen te gaan. De vereisten van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen, afgekort als EPBD (Energy Performance of Buildings Directive), die tegen maart 2020 in nationale wetgeving moet worden omgezet, zullen de behoefte aan renovatie doen versnellen.[2] Voor nieuwe gebouwen en gebouwen die ingrijpende renovaties ondergaan, moeten de lidstaten alternatieve systemen met een hoog rendement bevorderen, mits dit technisch, functioneel en economisch haalbaar is, waarbij zij zich tevens moeten richten op een gezond binnenklimaat, brandveiligheid en risico’s in verband met intense seismische activiteit, overeenkomstig de binnenlandse veiligheidsvoorschriften.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft al enkele stappen in de goede richting gezet door de lijst met uitzonderingen in het Besluit van Brussel van 10 juni 2004 [3] bij te werken en aan te scherpen op basis van de ervaring van de brandweer en medische noodhulp (DBDMH).
Vanaf 1 januari 2019 is de brandweer en medische nooddienst (DBDMH[4] ) in de regio Brussel gemachtigd om de bouwmaterialen te onderzoeken die worden gebruikt voor de renovatie van gevels voor middel hoge en hoge gebouwen. De lijst met projecten waarvoor goedkeuring door de DBDMH nodig is, bevat nu ook het wijzigingen van gevelconstructies die kunnen bijdragen aan de verspreiding van de brand.[5]
AANBEVELINGEN VOOR VERBETERING:
■ Het gebruik van onbrandbare materialen (A1, A2) voor hoge gebouwen vanaf 25 meter en risicogebouwen
■ Duidelijkheid over testmethoden en classificatie ten behoeve van brandweeradviseurs, voorschrijvers en uitvoerders
■ Nieuwe brandregelgeving ook van toepassing op renovatie
28 oktober 2019
[1] UK Building (Amendment) Regulations 2018
[2] RICHTLIJN (EU) 2018/844 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2018
[3] Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke regering 10 June 2004
[4] Aanvraag voor brandpreventieadvies DBDMH
[5] Wijziging Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering 18 oktober 2018